Effecten van zilvernanovormen op het milieu

De EU-verordening inzake chemische stoffen REACH is gebruikt om meer informatie over de eigenschappen van nanomaterialen te verkrijgen. Zilvernanomaterialen worden gebruikt in diverse consumentenproducten zoals kleding, medische kleding en cosmetica vanwege hun antimicrobiële eigenschappen die materialen schoon houden en zo kunnen bijdragen aan een langere levensduur.

 

Ontbrekende informatie over milieueffecten van zilvernanovormen

Om de mogelijke effecten van zilvernanomaterialen op het milieu te onderzoeken, heeft Nederland besloten om zilver op te nemen in de REACH-stoffenbeoordelingsprocedure in 2014. Met stoffenbeoordeling wordt nagegaan of een stof een risico vormt voor de menselijke gezondheid of het milieu.

Bij de beoordeling van de risico's voor het milieu beweerden bedrijven die zilver krachtens REACH registreerden, dat de ionische vorm van zilver als het worstcasescenario kon worden beschouwd. Instanties hadden daarentegen aanwijzingen dat in sommige gevallen zilvernanovormen schadelijker voor het milieu waren dan de ionische vormen. Het gebrek aan voldoende informatie van bedrijven over de identiteit van de zilvernanovormen die op de EU-markt werden gebracht, maakte de situatie nog ingewikkelder.

 

Om welke aanvullende informatie werd verzocht?

Een uitgebreide beoordeling van de beschikbare informatie over zilver leidde tot een stoffenbeoordelingsbesluit in juli 2016. Bedrijven die zilvernanovormen registreerden, werd gevraagd om:

  • een verduidelijking van de specifieke zilvernanovormen die onder hun registratie vielen; en
  • meer informatie over de fysisch-chemische eigenschappen van de zilvernanovormen.


Bedrijven moesten ook informatie verstrekken over de volgende milieu-eigenschappen van zilvernanovormen:

  • toxiciteit voor algen;
  • toxiciteit op lange termijn voor aquatische ongewervelde dieren; en
  • toxiciteit voor micro-organismen in de bodem.

Voor alle verzochte tests kregen de registranten gedetailleerde instructies over hoe het onderzoek moest worden uitgevoerd om onderscheid te maken tussen de effecten van zilvernanovormen en ionisch zilver en om ervoor te zorgen dat de test werd uitgevoerd op een wijze die geschikt is voor het beoordelen van nanomaterialen.

Naast de ecotoxicologische gevareninformatie werd registranten gevraagd informatie te geven over het gebruik van elke afzonderlijke nanovorm, zodat de risico's goed konden worden beoordeeld.

 

Wat is de uitkomst?

Registranten moesten uiterlijk in juli 2017 informatie verstrekken over de karakterisering van hun zilvernanovormen, de resultaten van hun ecotoxicologische onderzoeken en het gebruik van de nanovormen. Nederland heeft vanaf de ontvangst van de aanvullende informatie twaalf maanden de tijd voor de beoordeling ervan en om overeenstemming te bereiken over verdere acties.