Cosmetica

De EU-verordening betreffende cosmetische producten is er om de gezondheid van de consument te beschermen, maar ondersteunt ook de Europese innovatie en versterkt het concurrentievermogen van de cosmeticasector op mondiaal niveau.

Fabrikanten en importeurs in de EU zijn verantwoordelijk voor het waarborgen van de veiligheid van hun producten, of het nu gaat om cosmetica of andere consumentenproducten. Alle cosmetische producten moeten worden aangemeld via een centraal kennisgevingssysteem (Cosmetic Products Notification Portal of kortweg CPNP) voordat ze in de EU in de handel worden gebracht. Een nanomateriaal dat aanwezig is in een cosmetisch product, moet expliciet worden vermeld in de kennisgeving aan de Europese Commissie.

De kennisgeving moet minstens de volgende informatie bevatten:

  • een identificatie van het nanomateriaal, waaronder de chemische naam en andere descriptoren die worden vermeld in de verordening;
  • een specificatie van het nanomateriaal, waaronder de deeltjesgrootte en de fysische en chemische eigenschappen;
  • een schatting van de hoeveelheid van het nanomateriaal in het cosmetische product dat men in de handel wil brengen per jaar;
  • een toxicologisch profiel van het nanomateriaal;
  • de veiligheidsinformatie van het nanomateriaal;
  • alle informatie met betrekking tot redelijkerwijs te voorziene blootstellingsomstandigheden.

Daarnaast is op cosmetische producten die andere nanomaterialen bevatten dan kleurstoffen, conserveermiddelen en uv-filters en waarvoor krachtens de verordening betreffende cosmetische producten anderszins geen beperkingen gelden, een aanvullende procedure van toepassing. Zes maanden vóór het in de handel brengen van een dergelijk product moet een specifieke kennisgeving via het CPNP worden gedaan. Als de Europese Commissie bedenkingen heeft bij de veiligheid van een nanomateriaal, kan zij het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV) verzoeken een risicobeoordeling uit te voeren.

Voordat bepaalde groepen stoffen – kleurstoffen, conserveermiddelen en uv-filters, ook in de vorm van nanomaterialen – in cosmetische producten mogen worden gebruikt, moeten deze door de Europese Commissie worden toegelaten. Voorafgaand aan deze toelating geeft het WCCV een advies op basis van de beoordeling van ingediende toxicologische gegevens.

De Europese Commissie is verantwoordelijk voor het publiceren van een catalogus van alle nanomaterialen die in cosmetische producten op de EU-markt worden gebruikt. De catalogus is gebaseerd op de informatie die de fabrikanten via het CPNP verstrekken.

Als een product nanomaterialen bevat, moet dit in de lijst van ingrediënten worden aangegeven door de vermelding van het woord ‘nano’ tussen haakjes na de naam van een dergelijke stof.