Geneesmiddelen

Geneesmiddelen in de vorm van tablettenNanogeneeskunde is de toepassing van nanotechnologie op de behandeling en diagnose van ziekten. Waar kunnen ze voor worden gebruikt, welke voordelen hebben ze en in welke richting ontwikkelt de nanogeneeskunde zich?

Geneesmiddelen worden ontwikkeld en in de handel gebracht voor het voorkomen, genezen of behandelen van de symptomen van een ziekte of een medische aandoening. Ze bevatten een werkzame stof die de ziekte geneest of de symptomen ervan verbetert, en niet-werkzame bestanddelen, ook wel hulpstoffen genoemd, die helpen het geneesmiddel de gewenste textuur, stabiliteit of drager te geven. Neem bijvoorbeeld een tablet met ibuprofen, een veelgebruikte pijnstiller: ibuprofen is de werkzame stof die een enzym remt dat betrokken is bij de synthese van moleculen die ontstekingspijn en koorts veroorzaken, terwijl niet-werkzame bestanddelen zoals zetmeel, lactose of silica kunnen worden gebruikt om de tablet te vormen.
 

Wat is het verschil tussen nanogeneesmiddelen en traditionele geneesmiddelen?

Nanogeneesmiddelen zijn moleculaire systemen die bestaan uit een aantal verschillende componenten – de werkzame stof en een of meer hulpstoffen of andere materialen – technisch vervaardigd op nanoschaal om verschillende functies te optimaliseren. Nanotechnologie is tot nu toe grotendeels toegepast om de fysisch-chemische eigenschappen van de werkzame stof te verbeteren. Met behulp van nanotechnologie kan de oplosbaarheid van de stof worden verbeterd maar kan de stof ook het immuunsysteem passeren zodat het lang genoeg in het bloed kan blijven om zijn functie te vervullen. Een groot aantal kandidaat-geneesmiddelen dat elk jaar door farmaceutische bedrijven wordt gesynthetiseerd, vertoont een slechte oplosbaarheid in water. Een slecht oplosbaar geneesmiddel zal lange tijd nodig hebben om in de maag op te lossen, waardoor bij orale toediening de farmacologische effecten afnemen. Nanotechnologie kan ook voor dit soort problemen een oplossing bieden.

Nanotechnologie kan helpen het geneesmiddel speciaal af te geven aan de cellen of organen waar dit het meest nodig is. Nanomaterialen kunnen worden gebruikt als dragers voor werkzame stoffen die anders niet zouden kunnen worden gebruikt vanwege hun hoge toxiciteit, bijvoorbeeld sommige middelen tegen kanker. Hierbij geeft de drager het middel alleen gericht af aan specifieke gebieden. Het is daardoor mogelijk geneesmiddelen te ontwikkelen die minder toxisch en krachtiger zijn.

Nanogeneesmiddelen doorlopen dezelfde uitgebreide veiligheidsbeoordelings- en toelatingsprocedure als elk ander farmaceutisch middel in de EU. Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) geeft advies over de toelatingsprocedure en richtsnoeren voor de ontwikkeling van geneesmiddelen op het gebied van nanotechnologie.