Nanomaterialen in zonnebrandcrèmes

 

Hoe werken zonnebrandmiddelen?

Om verbranding te voorkomen, gebruiken we zonnebrandmiddelen ter bescherming van de huid tegen uv-stralen (uv-B- en uv-A-stralen). Zonnebrandfilters werken op twee verschillende manieren. Sommige middelen zijn gebaseerd op mineralen en gebruiken nanovormen van chemische stoffen, zoals titaandioxide (TiO2) en zinkoxide (ZnO), om het uv-licht dat op de huid valt te weerkaatsen. Mineraalfilters zijn onmiddellijk werkzaam zodra ze zijn aangebracht. Chemische zonnebrandmiddelen bevatten stoffen zoals oxybenzon. Ze moeten vóór blootstelling aan de zon worden aangebracht, aangezien ze beschermen tegen zonnebrand door de uv-stralen te absorberen.

De concentratie van uv-filters die in zonnebrandmiddelen worden gebruikt, is afhankelijk van de gewenste zonbeschermingsfactor (SPF). De concentratieniveaus zijn wettelijk vastgelegd en mogen niet meer bedragen dan 25 % van de samenstelling van het eindproduct voor minerale filters en niet meer dan 10 % voor chemische filters.

 

Waarom worden nanomaterialen gebruikt in zonnebrandmiddelen?

Minerale uv-filters bevatten nanodeeltjes en bieden een langere bescherming omdat ze stabieler zijn dan chemische filters. ZnO wordt geacht de meest doeltreffende bescherming te bieden. Zonnebrandmiddelen met nanodeeltjes ZnO en TiO2 laten geen witte film achter, vergelijkbaar met zonnebrandmiddelen op basis van chemische filters.

 

Is het veilig om zonnebrandmiddelen te gebruiken die nanodeeltjes bevatten?

Het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV) heeft zijn bezorgdheid geuit over de veiligheid van zonnebrandsprays die TiO2 bevatten, aangezien wordt vermoed dat deze stof bij inademing kanker veroorzaakt.

Om mensen te beschermen moet elk product dat TiO2 boven een bepaalde grenswaarde bevat, op het etiket een waarschuwing bevatten met de volgende vermelding: “Let op! Bij verneveling kunnen gevaarlijke inhaleerbare druppels worden gevormd. Spuitnevel niet inademen.”

 

Zonnebrandmiddelen en het milieu

Hoewel de gegevens over de milieueffecten beperkt zijn, worden oxybenzon en andere chemische filters in verband gebracht met koraalverbleking en als hormoonontregelende effecten. Als gevolg van deze bevindingen is bijvoorbeeld in Hawaï het gebruik ervan uit voorzorg onderworpen aan beperkingen.

Er zijn slechts enkele studies over mineraalfilters beschikbaar. Het is moeilijk om betrouwbare omstandigheden te reproduceren met alle omgevingsvariabelen, zonnebrandcomponenten en hun interacties in een laboratoriumomgeving.

Variaties in deeltjesgrootte, vorm of oppervlaktecoating kunnen ook van invloed zijn op de potentiële gevaren van producten. Hoewel zink een essentiële voedingsstof is, kan het in hoge doses giftig zijn, met name voor in het water levende organismen.

Zowel zinkoxide als zinkchloride zijn het voorwerp van geharmoniseerde indeling, wat betekent dat ze giftig zijn voor in het water levende organismen in concentraties van minder dan 10 milligram per liter. Voor titaandioxide bestaat er momenteel geen geharmoniseerde indeling met betrekking tot de milieueffecten ervan.